Over vermeende fraude en corruptie bij de illegale inbeslagname van eigendommen door banken en particuliere deurwaarders in Bulgarije 

Indienster heeft schulden en haar schuldeiser (een bank) heeft een deurwaarder verzocht om tot invordering van een bepaald bedrag over te gaan. Uit de bijgevoegde volmacht blijkt dat de vertegenwoordiger van de bank de moeder is van een medewerker van de deurwaarder. Dit bewijst dat er een relatie is tussen de schuldeiser en de deurwaarder, wat de onafhankelijkheid van de deurwaarder en de uitvoering van de dwangmaatregelen ondermijnt. Indienster is van mening dat de schuldeiser en de deurwaarder een frauduleus stelsel hebben opgezet waarbij de schuldeisers in waarde gedaald onroerend goed opkopen bij nepveilingen waar de bank de enige bieder is die een geldig bod kan maken.Indienster wijst erop dat deze gang van zaken onrechtmatig is en benadrukt dat deze zaak niet schriftelijk bij de bevoegde rechter aanhangig is gemaakt en er dus ook geen vonnis van een rechtbank is op grond waarvan executiemaatregelen kunnen worden genomen. Daarom verzoekt ze het Europees Parlement de nodige maatregelen te nemen om deze praktijken in Bulgarije, waarbij eigendommen van mensen die een lening aangaan in beslag worden genomen met de hulp van deurwaarders, een halt toe te roepen.