Over de vermeend onrechtmatige adoptieplaatsing van zijn kinderen door de autoriteiten van het VK zonder toestemming van de ouders 

Indiener en zijn vrouw zijn Indiase onderdanen die in het VK wonen. Indiener verklaart dat zijn twee minderjarige kinderen in 2015 op onrechtmatige wijze door de sociale dienst (de gemeente) bij hun ouders zijn weggehaald. Sindsdien hebben indiener en zijn vrouw naar eigen zeggen hun kinderen niet mogen zien en ze niet telefonisch mogen spreken. Inmiddels heeft de vrouw van indiener, die in verwachting was van hun derde kind, het VK verlaten omdat ze vreesde dat de autoriteiten haar derde kind bij haar weg zouden kunnen halen als het in het VK werd geboren. In februari 2016 gaf de familierechter de gemeente toestemming de kinderen van indiener voor adoptie uit huis te plaatsen.Het beroep van indiener tegen de uitspraak van de familierechter werd afgewezen evenals zijn poging de zaak voor het Hooggerechtshof in het VK te brengen. Hij diende een verzoekschrift in bij het Europees Hof voor de rechten van de mens op grond van de artikelen 8 en 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. Dit werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het niet tijdig was ingediend.Indiener verzoekt het Parlement te bemiddelen en te helpen zijn kinderen naar hun vaderland te brengen en met de overige gezinsleden te herenigen.