Over de procedure voor de verkoop van bruinkooleenheden van DEH SA (het Griekse elektriciteitsbedrijf) in Meliti en Megalopoli 

Indiener vertegenwoordigt een grote groep personen die gevolgen ondervinden van de procedure voor de verkoop van twee bruinkooleenheden van DEH SA in Meliti en Megalopoli zoals voorzien in wet 4533/2018 en de daarmee verband houdende besluiten van de Europese Commissie.Indiener betwist met name de volgende aspecten van de procedure en plaatst vraagtekens bij hun overeenstemming met de mededingingswetgeving van de EU en andere bepalingen. Ten eerste, wat betreft de aanbestedingsprocedure: de criteria voor de preselectie en die voor de definitieve selectie alsmede de beoordeling van de waarde van de eenheden. Ten tweede, de kwestie van de verkoop van de twee bruinkooleenheden tegen een prijs die niet winstgevend is voor DEH SA, om redenen die verband houden met zowel de structuur als de werking van de Griekse — en van de Europese — elektriciteitsmarkt en vanuit het oogpunt van bredere beleids-, sociale en werkgelegenheidskwesties.Ten derde, de verkoop van de bruinkooleenheden zonder de financiële belangen van DEH SA te beschermen, wat in de nabije toekomst zal resulteren in extra kosten ten nadele van de elektriciteitsverbruiker. Bovendien heeft er geen openbaar debat of openbare raadpleging plaatsgevonden aangaande deze en een aantal andere bijzonder kritieke aspecten van de voorgestelde verkoop van de bruinkooleenheden. Voordat Wet 4533/2018 werd goedgekeurd, is er geen hoorzitting georganiseerd tussen de belanghebbende partijen en degenen met een legitiem belang, zelfs niet tussen de bevoegde overheidsinstanties en onafhankelijke autoriteiten, zoals de Griekse regelgevende instantie voor energie. De bovengenoemde mededingingsprocedure valt niet alleen onder rechtstreekse controle en toezicht van de Griekse regering, maar ook van de Europese Commissie, die overeenkomstig Wet 4533/2018 de eindverantwoordelijke is voor besluiten over, goedkeuringen van en de controle over de procedure gedurende de gehele looptijd ervan. Daarom rijst de vraag of de Europese Commissie op deze manier haar taken en verantwoordelijkheden naar behoren en in overeenstemming met de Verdragen uitvoert.