Over de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2004/38/EC in Zweden 

Indiener hekelt de vertraagde afgifte van verblijfsvergunningen aan familieleden van EU-burgers die in Zweden wonen die zelf geen EU-burger zijn door de Zweedse migratie-autoriteit (Migrationsverket). Indiener is van mening dat deze vertraging een schending vormt van Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden.In de richtlijn wordt een maximale termijn van zes maanden vastgesteld voor de verwerking van aanvragen van verblijfsvergunningen, maar indiener stelt dat de procedure in Zweden soms wel twee jaar kan duren. Deze vertraging belet de familieleden in kwestie hun recht om te werken en hun recht op vrij verkeer binnen de EU uit te oefenen.Daarom verzoekt indiener het Europees Parlement een krachtig standpunt in te nemen met betrekking tot de kwestie en moedigt hij de Commissie verzoekschriften onder meer aan een initiatiefverslag over het onderwerp op te stellen en een korte ontwerpresolutie bij het Europees Parlement in te dienen.