Namens de Duitse vereniging voor munitie-onderzoek, over de toepassing van artikel 11 van de richtlijn van de EU inzake vuurwapens 

Indiener is van mening dat de richtlijn inzake vuurwapens (2017/853) onderzoek naar munitie in een internationale context nagenoeg onmogelijk maakt, vanwege de vereisten van de richtlijn voor nationale tenuitvoerlegging. Hij stelt dat de bijeenkomsten van munitie-onderzoekers die binnen de European Cartridge Research Association (Europese vereniging voor patronenonderzoek) worden georganiseerd gewoonlijk afwisselend in Duitsland, Nederland en Zwitserland plaatsvinden. Hij stelt dat het doel van deze evenementen is munitie in kleine hoeveelheden (afzonderlijke stukken of kleine verpakkingen) naar de vergaderingen te brengen om onderzoeksresultaten te presenteren of uit te wisselen, de eigen collecties van onderzoekers uit te breiden of patronen te verkopen of tentoon te stellen, of deze te laten onderzoeken. Indiener stelt dat uit hoofde van artikel 11 van de richtlijn officiële toestemming is vereist voor iedere overbrenging naar een andere lidstaat en hetzelfde geldt voor de verkoop van munitie. Dit is volgens indiener niet werkbaar, logistiek zeer complex en zeer kostbaar. Indiener verzoekt daarom om herziening of interpretatie van artikel 11 van de richtlijn met het oog op een uitzondering voor de grensoverschrijdende overbrenging van munitie voor onderzoeksdoeleinden.